Flora en Fauna

Madagaskar heeft door zijn geïsoleerde ligging als eiland een unieke flora en fauna ontwikkeld. De bekendste dierengroep zijn de lemuren die alleen op Madagaskar voorkomen. Er zijn ongeveer vijftig soorten lemuren bekend. Lemuren hebben gezichten die lijken op het gezicht van een vos en handen die lijken op die van de mens.

Het grootste inheemse roofdier is de fossa. Ook zijn er op het eiland vele soorten kameleons en gecko’s te vinden. Ongeveer de helft van alle bekende soorten kameleons komen op Madagaskar voor en er leven 70 soorten gecko’s waarvan ongeveer de helft perfecte schutkleuren hebben.

Er komen 170 verschillende soorten kikkers voor op Madagaskar, maar elke twee maanden wordt er wel weer een nieuwe soort ontdekt. Er leven circa 270 soorten vogels op het eiland waarvan er 110 alleen op Madagaskar voorkomen.

Naast de cactussen, aloë’s, palmen en vleesetende planten is de bekendste boom op Madagaskar de baobab. Het land telt zeven verschillende soorten boababs, terwijl op het Afrikaanse vasteland slechts één soort voorkomt. Het zijn dikke, ronde bomen met een platte kroon. Ze kunnen dertig meter hoog worden en de stammen kunnen zestigduizend liter water vasthouden. Deze bomen kunnen tweeduizend jaar oud worden. Meer dan 80% van de begroeiing is uniek voor Madagaskar en komt in de rest van de wereld niet voor.

Geografie

Madagaskar ligt langs de straat van Mozambique op 400 kilometer van de oostkust van Afrika. Het is het op drie na grootste eiland ter wereld na Groenland, Nieuw-Guinea en Borneo.

De oppervlakte van Madagaskar is 587.041 km2 en dat is ongeveer even groot als België en Frankrijk samen. De grootste afstand van noord naar zuid is circa 1580 km en van oost naar west circa 579 km.

De belangrijkste rivier in het land is de Manambolo en het hoogste punt is de berg Maromokotro met een hoogte van 2876 meter.

Door de roodbruine aarde wordt Madagaskar ook wel het “rode eiland” genoemd. Het eiland heeft een zeer afwisselend landschap. In het noorden ligt een berggebied met vele bossen vol met varens, palmen en grote bomen.

Centraal in Madagaskar loopt een 1000 tot 1500 meter hoge bergrug met veel kalksteenformaties en grotten. Aan de oostkust zijn steile kusten te vinden met bomen, klein struikgewas en moerassige delen. Tevens is het aan de oostkust tropisch vochtig waardoor je hier ook tropische regenwouden vindt.

In het westen komen vooral steppelandschappen voor en het zuiden bestaat uit een zeer droog woestijngebied.

Klimaat

Madagaskar heeft een tropisch klimaat en is het hele jaar door prima te bereizen. Wel kunnen er van januari tot maart aan de noordoostkust cyclonen voorkomen.
 De winter is het drogere seizoen en valt tussen april en november. Het is dan vaak helder weer met temperaturen van gemiddeld 20 tot 25 graden.

In de hogere gebieden van Madagaskar kan de temperatuur na zonsondergang dalen tot het vriespunt. De zomer duurt van november tot april met een gemiddelde temperatuur van 30 graden en in november begint ook het regenseizoen. De natuur is dan op haar mooist.

De meeste regenval vindt geconcentreerd in de namiddag plaats. In de zomer kan het langs de noordoostkust soms de hele dag regenen. 
Het noorden van het eiland is bijzonder nat. Dit in tegenstelling tot het veel drogere zuiden.
 Drie maanden per jaar, ongeveer van half juni tot en met september, is er kans om walvissen te zien aan de oostkust.